skip to main content
Bestuur vereniging Irenebuurt: ‘Maak gebruik van ons’

De bestuursleden van de Prinses Irenebuurtvereniging – officieel de Vereniging Beethovenstraat-Parnassusweg – hebben bijna een dagtaak aan het gevecht dat ze leveren om hun buurt leefbaar te houden. Ondanks dat, en ondanks dat ze ook nog een baan hebben of van hun pensioen willen genieten, is er tijdens het gesprek niets te merken van in de schoenen gezakte moed. Integendeel, de vier bestuurders buitelen over elkaar heen om kwesties aan te kaarten die de Prinses Irenebuurt bedreigen. Met als rode draad de ontwikkelingen in Zuidas. Vuistdikke rapporten lezen ze van A tot Z. ‘We kregen laatst een nota van beantwoording van 1652 bladzijden. Zonder index’, verzucht bestuurslid Gery Mazeland. Hoe vermoeiend ook, de bestuursleden hebben hierdoor een enorme kennis opgebouwd over alles wat zich in Zuidas afspeelt. Dit zijn duidelijk geen bewoners die zich met een kluitje het riet in laten sturen.

Van stilte naar drukte

Drie van de vier bestuursleden wonen al dertig jaar of langer in de Prinses Irenebuurt. Gery Mazeland kocht er meer dan veertig jaar geleden een huis. ‘Toen woonden we aan de stille kant. De ringweg A10 was er nog niet. De drukke kant werd begrensd door de Stadionkade, waar flink werd geracet. Die situatie is nu volledig omgedraaid. Vanochtend om half vijf werd ik wakker van het geluid van een touringcar, die kinderen kwam ophalen voor een schoolreisje. En even later begon het dagelijkse lawaai van alle bouwwerkzaamheden.’ Hoewel alle bestuursleden de saamhorigheid en sociale cohesie in de Prinses Irenebuurt roemen, vinden ze dat er in de loop der jaren veel kapot is gemaakt. De bewoners voelen zich het afvoerputje van Zuidas. ‘Zuidas heeft de lusten, wij hebben de lasten’, zegt voorzitster Jacqueline.

Files, fijnstof en minder zon

Die ‘lasten’ gaan verder dan hinder van bouwlawaai. Het gaat ook over het dagelijkse verkeer, dat mede door de Zuidas-ontwikkeling veel drukker is geworden. ‘De Parnassusweg en de Beethovenstraat vormen de verkeersaders tussen de binnenstad en Amsterdam Zuid’, zegt Harm van Gijssel. ‘Daar hebben wij last van. ’s Morgens en ’s avonds staan hier altijd files. En onze tuinen en balkons zijn zwart van het fijnstof.’ De tuinen en balkons krijgen bovendien minder zon, doordat de Zuidas-hoogbouw de buurt in de schaduw plaatst. ‘Tot mijn stomme verbazing bleek dat Amsterdam geen bezonningsnormen heeft. Andere steden hebben die wel’, zegt Gery. En dan zijn er nog problemen met de grondwaterstand. Doordat Buitenveldert anderhalve meter lager ligt dan de Prinses Irenebuurt, stroomde overtollig grondwater in zuidelijke richting af. ‘Maar steeds grotere delen van de ondergrond verstenen, als gevolg van de aanleg van parkeergarages. Het water kan niet snel genoeg meer weg, met als gevolg dat in onze huizen de kruipruimtes soms blank komen te staan’, verklaart Bart. ‘Maar het omgekeerde komt ook voor: dat de houten palen waarop de woningen gebouwd zijn juist droogstaan.’

‘Schoolmeesterhouding’

Veel frustratie zit er bij de buurtvereniging over de manier waarop Zuidas-ambtenaren, stadsdeel-ambtenaren en gemeentebestuurders met hun klachten omgaan. Al zijn ze ambivalent over de ambtenaren. ‘De meesten waarmee we hier te maken hebben, doen echt hun best’, zegt Bart. ‘Tegelijkertijd bespeur ik een schoolmeesterhouding: “Wij weten alles van grondwater en palen, want wij hebben ervoor doorgeleerd. En dan weten een paar van die buurtbewoners het beter?” Dat is soms de stijl.’ ‘Ze zijn lief en betrouwbaar – en ik benijd ze niet’, zegt Gery. ‘Maar de meesten zijn na twee of drie jaar weer vertrokken. En wij blijven. Niet van negen tot vijf, maar 24 uur per dag.’ Jacqueline koopt niets voor goede intenties. Ze voelt zich te vaak niet gehoord. ‘We hebben de ontwikkelaar van het nieuwe Atrium ervan weten te overtuigen dat 60 meter een mooie bouwhoogte is. Daardoor zou er nog wat zonlicht voor onze buurt overblijven. Maar wat doet Zuidas even later? Dat zegt tegen de ontwikkelaar van twee torens [2Amsterdam, red.] dat hij tot 90 meter hoog mag. Dat vind ik minachting voor deze buurt. Ze hadden ook kunnen zeggen: “Zorg voor een ontwerp tot 60 meter, want daarachter ligt een mooie woonbuurt en daar hebben we ook rekening mee te houden.” Maar die afweging wordt niet eens gemaakt.’

Harm vindt dat de oorzaak niet gelegd moet worden bij de ambtenaren, maar bij de bestuurders: wethouder Eric van der Burg (Ruimtelijke Ordening en Stadsdeel Zuid) en wethouder Pieter Litjens (Verkeer en Vervoer). ‘Omdat ik namens de buurt het dossier verkeer bijhoud, heb ik talloze brieven gestuurd naar de wethouder. Maar die reageert gewoon nooit. Wel krijgen we dan vroeg of laat een uitnodiging vanuit de ambtelijke dienst om een keer te komen praten. Dat doen we dan, het is doorgaans een leuk gesprek en er komt een verslagje van. Daarna hoor je een hele tijd niets en opeens verschijnt er een beleidsvoornemen waarin we niets herkennen van wat we naar voren hebben gebracht.’

De Prinses Irenebuurt met uitzicht op Zuidas

Vicieuze cirkel doorbreken

Hoe kan het beter? Volgens Harm moet een vicieuze cirkel worden doorbroken. ‘Wethouders gaan af op adviezen van ambtenaren, maar die ambtenaren schrijven op wat zij denken dat hun wethouder wil horen. Ik kan mij voorstellen dat bestuurders zelf bijvoorbeeld eens per kwartaal de buurten ingaan om poolshoogte te nemen. Door het met eigen ogen te zien, in plaats van af te gaan op beleidsdocumenten alleen, snap je het direct. Ik weet zeker dat onze wethouder nog nooit een stap in onze buurt heeft gezet. Ik snap dat hij het vreselijk druk heeft en dat hij niet alles kan. Maar toch, het zou hem zo helpen als hij een keer langskwam.’

Jacqueline wenst vooral betere samenwerking op ambtelijk niveau. ‘Ik denk dat de ambtenaren van Zuidas moeten leren om niet alleen te luisteren, maar ook te horen. Ze doen heel empathisch en ze zeggen dat ze het ook allemaal heel erg vinden. En vervolgens zorgen ze ervoor dat alles gewoon doorgaat. Wat voor opdracht krijgen die ambtenaren die wij spreken mee? Ik zou wensen dat er samenwerking ontstaat. Wij weten ontzettend veel, dus gebruik ons. Wij kunnen op één A4tje de knelpunten in de buurt schetsen. Maak gebruik van onze kennis en laten we gezamenlijk en in gelijkwaardigheid praten over oplossingen. Dan kunnen we echt effectief zijn.’

Geef uw mening