skip to main content
Het Burgerweeshuis, ‘bijna kantwerk van bouwkunst’

Het is in 1986 één van de vele complimenten voor Van Eycks creatie. Dan is net bekend geworden dat de eigenaar van het Burgerweeshuis, het Sociaal Agogisch Centrum (SAC), een deel van het pand aan het IJsbaanpad wil laten slopen. Reden voor Hertzberger om in de pen en op de barricades te klimmen. Een paar maanden later publiceert hij samen met Stichting Wonen de krant ‘Red het Burgerweeshuis’. De architect heeft daarvoor vrienden en vakgenoten opgeroepen om hun meningen en ideeën over het pand te delen. Het is struikelen over de grote namen, verre oorden en superlatieven. Het Burgerweeshuis is ‘bijna kantwerk van bouwkunst’, schrijft Karel Appel. Het is ‘een van de belangrijkste architectuurmonumenten van onze eeuw’, stelt een museum in Basel. En ‘voor zover er één gebouw in Nederland zou moeten blijven staan, is het dit’, vindt Rem Koolhaas.

Bouw van het Burgerweeshuis in 1959

‘Architectonische moord’

De lofzang in de ‘Red het Burgerweeshuis’-krant strekt van Texas tot Tokio. Maar die lofzang wil men achter de dikke bakstenen van het gebouw niet horen. Daar ziet men een weeshuis dat niet meer voldoet aan de moderne ideeën over privacy en vooral een slecht geïsoleerd pand vol bouwtechnische gebreken. De entree wil het SAC wel bewaren, maar alles daarachter mag plat. Een ‘architectonische moord met voorbedachten rade’, schrijft Izak Salomons in een ingezonden brief in Het Parool.

Het Burgerweeshuis in 1968

Samenhangend geheel

Een moord op een deel van het gebouw dat Van Eyck juist als samenhangend geheel heeft ontworpen. Hij deed dat met visie: een kleine wereld in een grote, een grote wereld in een kleine, een huis als een stad, een stad als een huis, een thuis voor kinderen. Die visie zie je in de indeling, maar sijpelt door tot in de kleinste details, waarbij hij nadrukkelijk rekening houdt met de jonge bewoners. Van spiegeltjes op kinderhoogte tot lage ramen, lachspiegels en een betonnen voet voor de kerstboom. Leunend op zijn ervaring met het ontwerpen van speeltuinen in de stad, wist Van Eyck zich goed te verplaatsen in de leefwereld van kinderen. Daarbij hield hij rekening met de verschillende leeftijden. Extra privacy in het deel voor de pubers, spel en experiment bij de kleintjes. Elk hadden ze hun eigen ruimtes in het pand en toch waren ze verbonden. Een verbinding die je eigenlijk pas goed ziet vanuit de lucht. Dat is het lastige aan het Burgerweeshuis: je ziet het concept goed van boven en de details goed van binnen. Maar een willekeurige passant aan de Amstelveenseweg ziet bunkerachtige laagbouw van grote bakstenen met een betonnen bovenrand. Dat het meer is dan dat, moet je willen ontdekken. Dat dat überhaupt nog kan, is bijzonder.

Luchtfoto uit 1970

Overstag

Het zijn niet alleen Herman Hertzberger en zijn vakgenoten die zich daar eind jaren tachtig hard voor maken. Ook de Raad van Monumentenzorg, beter bekend als de commissie Dooijes, komt met een dringend advies aan de gemeente: geef het pand een monumentale status, zodat de sloop kan worden voorkomen. Zo’n status is echter pas 50 jaar na oplevering mogelijk en een uitzondering op die regel komt er niet. Gelukkig gaan de betrokkenen na alle commotie uiteindelijk toch overstag. Het terrein wordt verkocht aan de gemeente, dat het alleen wil doorverkopen aan een partij die zorgt voor goede renovatie én die kantoorruimte bouwt tussen het weeshuis en de A10. Die partij wordt gevonden en vraagt Aldo van Eyck en zijn vrouw Hannie om de kantoortorens Tripolis (waarover later meer in deze reeks) te ontwerpen. Voor het Burgerweeshuis breekt dan een nieuwe periode aan.

Interieur in 1961

Verval

Na een renovatie wisselt het in de jaren negentig regelmatig van eigenaar en bestemming. Herman Hertzberger betrekt in eerste instantie een deel van het pand met het door hem opgerichte Berlage Instituut. In het andere deel zit eerst nog het SAC en later verschillende bedrijven. Het Berlage Instituut vertrekt in 1997, de kantoren uiteindelijk ook. Het gebouw raakt in verval en komt leeg te staan, op een tandartsenpraktijk in de directiewoning na. Waar ‘architectonische moord’ op de loer lag in de jaren tachtig, is het vrezen voor langzaam afsterven in de decennia daarna.

Interieur nu

Rijksmonument

In 2009 vormt een aanvraagproces voor een monumentenvergunning de zoveelste reanimatie. De bijzondere opzet, de interessante details, de architectuurhistorische waarde; alle aandachtspunten die 28 jaar eerder al in ‘Red het Burgerweeshuis’ te lezen waren, staan in 2014 in de beoordeling van het dan tot Rijksmonument uitgeroepen gebouw. Drie maanden later wordt het pand voor de laatste keer verkocht en niet lang daarna wordt architect Wessel de Jonge, die nog les kreeg van Aldo van Eyck, benaderd voor een grootscheepse renovatie. Anderhalf jaar lang werkt hij samen met eigenaar Zadelhoff/Nijkerk Burgerweeshuis en huurder Bouwfonds Property Development (BPD) aan de renovatie. Originele details en moderne eisen moeten daarbij hand in hand gaan. De vloeren worden verwarmd, de koepels voorzien van geluiddempend schuim en in een handig luik waar kinderen ooit hun schoenen opborgen, ligt nu een WiFi hotspot.

Interieur

Vliegtuigladingen

De 150 medewerkers van BPD hebben er (in normale tijden) het voorrecht om te werken in een pand waar je steeds nieuwe details blijft zien. Voor de rest van ons is het, in coronavrije tijden, iedere tweede zaterdag mogelijk om een rondleiding te volgen. Daarnaast zijn er geregeld evenementen rond de kunstcollectie van BPD. Maar het is ook de moeite waard om eens wat langer te kijken naar die bunkerachtige gebouwtjes langs de Amstelveenseweg en de entree om de hoek. Denk dan aan de woorden waarmee Herman Hertzberger dat geheel van gebouwtjes verdedigde: ‘Er komen vliegtuigladingen vol om het te bekijken. En wij maar denken: wat gebeurt er hier nou? We beseffen niet wat we in huis hebben.’

Dit is de vierde aflevering in een serie over Rijks- en gemeentelijke monumenten in en rond Zuidas. De eerste aflevering ging over de Thomaskerk. De tweede over de oude rechtbank. De derde over de Europahal.

Auteur: Jort van Dijk

Geef uw mening

Pinokkio

Voorlopig trekt B&W aan het kortste eind om nog meer huizen te bouwen voor asiel zoekers ,maar het tij kan zo maar keren in het stadhuis,er is daar ook een college doctrine

Tom

Jammer dat het gebouw zo'n waarde wordt toegedicht door architecten die zelf ook niet echt fraaie gebouwen ontwerpen. Het is een gesloten bunker die weinig toevoegt aan de omgeving. Bovendien is een éénlaags gebouw op één van de meest waardevolle stukjes grond in het land niet bepaald efficiënt ruimtegebruik. Dan te bedenken hoeveel broodnodige woningen en voorzieningen hier zouden kunnen staan... Zonde!

Tonie Molenkamp

Het is een gebouw waar mijn zusjes en ik als laatste wezen een woonplek kregen een fantastische tijd op een mooie plek heb ik mijn kindertijd doorgebracht wij hadden ook een mooi lied voor Koning Juliana die de opening deed elke groep had een vogelnaam wij zaten bij de Duiven en later de meeuwen om het een bunker te noemen is zeer kwetsend het was als je er woonde een mooie ruime plek met veel daglicht

Bart

Architectuur blijft natuurlijk altijd subjectief, daar kun je eeuwig over discussiëren. Maar ja joh, laten we weer een stukje historie slopen. Dat het op een van de meest waardevolle stukjes grond ligt en het bijkomend effect is dat er een zoveelste kantoorkolos verschijnt, plus met een beetje geluk wat appartementen voor de happy few, doet er verder niet toe. Way to go...

Pascal

Het is buitengewoon fantastisch dat het BWH er nu weer zo goed bij staat. Hopelijk krijgt het sukje Amsterdam met het BHW en het "nieuwe" Tripolis weer de aandacht en status die het verdient.