skip to main content
Veilig bouwen in een hoogstedelijk gebied, hoe doe je dat?

Het staat velen nog helder voor de geest: in de ochtend van 26 mei 2016 kwamen tijdens het hijsen van twintig steigerdelen op de bouwplaats van het voormalige VROM-gebouw in Den Haag twintig steigerdelen los. Ze vielen zestig meter naar beneden en kwamen deels buiten de bouwplaats terecht, waarbij een voorbijgangster overleed. Het was niet het eerste ongeluk waarbij de veiligheid in de openbare ruimte rondom een bouwplaats in het geding kwam. Maar het was wel de directe aanleiding om een Landelijke Richtlijn Sloop- en Bouwveiligheid op te stellen. Wat betekent dit in de praktijk voor bouwen in een druk gebied als Zuidas?

Publieksvrij maken

‘Zodra iets onverhoopt naar beneden zou komen, zijn er risico’s voor de openbare ruimte aangrenzend aan het werkterrein’, legt Cees Bruijns uit, adviseur en technisch projectleider bij de gemeente Amsterdam. ‘Die risico’s wil je zoveel mogelijk beperken. Binnen een dichtbebouwd gebied als Zuidas is het een uitdaging om die ruimte zoveel mogelijk publieksvrij te maken. Je kunt niet maandenlang een fietspad afsluiten. Wanneer afsluiten van de openbare ruimte niet gaat, gaan we in samenspraak met de aannemer en de opdrachtgever op zoek naar gelijkwaardige maatregelen om de veiligheid van het publiek te waarborgen.’ 

Veiligheidszone

Dat is soms een flinke puzzel, weet ook Martin Brouwer, manager integrale veiligheid van Zuidasdok. Voor de vernieuwing van station Amsterdam Zuid, de knooppunten De Nieuwe Meer en Amstel en de aanleg van de toekomstige snelwegtunnel bouwen we immers altijd in de buurt van de A10 en het spoor. En die kun je nu eenmaal niet om de haverklap en voor langere periode afsluiten. ‘Stel je voor dat een kraan een damwandplank van dertig meter moet hijsen. Dan kun je een zogenaamde veiligheidszone berekenen’, aldus Brouwer. ‘Wanneer we de publieke ruimte binnen die zone niet direct kunnen afsluiten, is de vraag: kunnen we bijvoorbeeld kortere damwanden of ander materieel gebruiken? Kunnen we technisch iets veranderen om het veilig te maken? Een metroperron tijdelijk afzetten? Op een ander tijdstip werken? Het komt dan op maatwerk aan. Zuidasdok maakt zowel in de voorbereiding, maatwerk, uitvoering en het toezicht gebruik van externe hijsdeskundigen.’

Maatschappelijke hinder

Max Hermans, manager veiligheid voor de vernieuwing van station Amsterdam Zuid, legt uit hoe dat maatwerk tot stand komt: ‘Bij de afweging welke maatregelen nodig zijn, nemen we onder andere zaken als maatschappelijke hinder mee. Wanneer het afsluiten van de openbare ruimte – in ons geval dus het spoor of de weg – niet acceptabel is, gaat de aannemer onderbouwen hoe we wel veilig kunnen werken, door aanvullende maatregelen te nemen op basis van een risicoanalyse.’ Voorbeelden van aanvullende maatregelen zijn uitvalbeveiliging, een beschermingsconstructie, een hulpconstructie, of een tijdelijke opvangconstructie. ‘We toetsen de voorgestelde maatregelen intern, waarna we ze voorleggen aan de Omgevingsdienst. Pas wanneer de Omgevingsdienst de maatregelen goedkeurt, kunnen we aan de slag.’

Stand der techniek

Bij het goedkeuren van en toezicht houden op hijswerkzaamheden kijkt de Omgevingsdienst scherp naar een andere, relatief nieuwe richtlijn, opgesteld in 2020. Deze is specifiek gericht op funderingswerk in de publieke omgeving. Brouwer: ‘De richtlijn is nog geen wet, maar wel de stand der techniek. Het helpt bijvoorbeeld bij het zeer specifiek berekenen van het valbereik van een funderingselement of machine, en daarmee bij het bepalen van de grootte van de veiligheidszone en de te nemen maatregelen.’ Hermans vult zijn collega aan: ‘Voor de stationsvernieuwing hebben we bijna dagelijks te maken met maatregelen om de hijsveiligheid te borgen op andere manieren. Omdat het vaak om dezelfde werkzaamheden gaat, hebben we inmiddels een mooie bibliotheek opgebouwd waar we op terug kunnen vallen. Denk aan het draaien van palen en het intrillen van damwanden: we hebben gedegen, technische onderbouwingen over hoe we dat veilig kunnen doen wanneer we de veiligheidszone niet (volledig) publieksvrij kunnen maken.’

De hoogte in

Voor Zuidasdok gaat er oneindig veel funderingswerk de grond in, maar voor de bouw van woningen en kantoorgebouwen moeten we binnen Zuidas ook regelmatig de hoogte in. Ook daar is een repertoire voor, zegt Bruijns van Zuidas. ‘Wanneer je een gebouw omhoogtrekt, zet je niet vijf kranen rondom het gebouw om de gevel omhoog te tillen. Wij zeggen dan: zet die kranen binnen, en werk van binnen naar buiten.’ Andere maatregelen zijn ook weer de uitvalbeveiliging – zoals het aanbrengen van een extra hijslijn bij een damwand – of het aanbrengen van een crashdek. Nu is een crashdek bedoeld om passanten te beschermen tegen vallende voorwerpen tot vijf kilo, zeg een hamer. Maar wat doe je wanneer je een betonnen paal van twee ton moet hijsen? Bruijns: ‘Dan kijken we of we met korte stops kunnen werken. Tijdens de hijsbeweging sluiten we tijdelijk het voet- of fietspad of de weg, waarbij verkeersregelaars de boel in goede banen leiden.’

Geen concessies op veiligheid

Ideaal vindt Bruijns de maatregel van de korte stops niet. ‘Tijdens de bouw van de nieuwe rechtbank was bijvoorbeeld de eis dat het fietspad open zou blijven. Daar hebben we de korte stops toegepast: een paar keer per week ging het fietspad dan een kwartier lang dicht. Dat kan weer leiden tot andere veiligheidsproblemen doordat mensen op weg naar hun bestemming over een druk wegvak gaan lopen of fietsen. Natuurlijk wil je het liefst een stabiele situatie – maar als we overal waar gebouwd wordt de openbare ruimte op slot gooien, kun je geen kant meer op in Zuidas.’ Op het gebied van bewustwording valt heel wat te winnen, vindt Bruijns: ‘Veel ongevallen worden veroorzaakt door gedrag. Het is zaak dat er op en rondom de bouwplaats sprake is van een ordentelijke en overzichtelijke situatie. Juist daarom is het goed dat er uniforme richtlijnen zijn, en dat de Omgevingsdienst de bouwplannen van tevoren goedkeurt. Op veiligheid doen we nu eenmaal geen concessies.’

Geef uw mening