skip to main content
Verborgen stroom uit de Fred. Roeskestraat

Het was in 2014 al jaren bekend, maar geen pretje: in de Fred. Roeskestraat moest een schakelhuis komen, een soort grote stekkerdoos. Onmisbaar voor de buurt dus, maar minder goed nieuws voor de straat die het gevaarte moest verwelkomen. ‘Meestal is zo’n huis een zwarte doos van 10 bij 10 meter’, zegt Charlotte Rietdijk. Ze was destijds vanuit Zuidas verantwoordelijk voor de kavel aan de Fred. Roeskestraat waar het moest komen. Daarop was ook nog ruimte voor 2.500 vierkante meter kantoorruimte. Dat klinkt veel, maar is een schijntje voor ontwikkelaars. Wie wilde zich hieraan wagen? ‘De meeste ontwikkelaars die ik ken, zouden zo’n opgave nooit oppakken’, zegt Rietdijk. ‘Het is economisch gewoon niet rendabel.’ Bij andere schakelhuizen is dat anders. Ter vergelijking noemt Rietdijk het huisje dat de zuidelijke helft van Zuidas van stroom voorziet, naast een gebouw van Deloitte. ‘Deloitte kon daar 40 duizend vierkante meter kantoren plaatsen, dus dat schakelhuis valt veel minder op.’

Verbergen

Toch had projectontwikkelaar Being Development wel oren naar het risicovolle project. Het bedrijf zette al eerder een gebouw neer in dezelfde straat: kantoor Handel Amsterdam. Dat zat niet te wachten op een zwart schakelhuis als nieuwe buurman. Oprichter Dirk Dekker: ‘De slogan van ons bedrijf is het creëren van een positieve environment. We willen laten zien dat het kan.’ Zo ontstond het idee om het schakelhuis te verbergen in een ander kantorencomplex: The Pavilion. Being Development deed dat samen met All-in Real Estate en architect PowerhouseCompany – de naam van die laatste heeft overigens niets met elektriciteit te maken.

Steun van Liander

Over de herinrichting van de Fred. Roeskestraat praatten al verschillende belanghebbenden mee. Dat zij achter het idee van The Pavilion stonden, hielp de gemeente om een andere belangrijke partij mee te krijgen: Liander, eigenaar van het toekomstige schakelhuis. Liander was als netbeheerder logischerwijs niet zo bezig met esthetiek of andere omgevingswensen. ‘Liander vervult in de stad een belangrijke functie’, zegt Rietdijk. ‘Het bedrijf is niet vanzelfsprekend gemotiveerd om er iets moois van te maken. Het moet gewoon werken en veilig zijn.’ Toch kregen Rietdijk en Dekker Liander mee om na te denken over het ontwerp van het bijzondere schakelhuis. De zwarte doos moest bijvoorbeeld kleiner. En met genoeg ruimte eromheen zodat Liander-werknemers onderhoudswerk kunnen doen.

Juridische hobbels

Maar er was nog een hobbel: ook juridisch bleek het plaatsen van een schakelhuis bínnen een kantorencomplex een hele kluif. Denk bijvoorbeeld aan toegang en eigendom. Ondertussen liep de rekening voor Being Development op. ‘Juridische kosten, ontwerpkosten’, zegt Dekker. ‘We waren al een jaar bezig en wisten nog niet of het ging lukken.’ Maar in mei 2016 ging The Pavilion open: een tweelaags kantorencomplex bovenop een met natuursteen belegd schakelhuis. Is het gebouw eigenlijk ook duurzaam? ‘Het is een energie-efficiënt en Rainproof gebouw met bijvoorbeeld een mos-sedumdak en zonnepanelen’, zegt Dekker. Hij noemt ook elektrische laadpalen, dubbele fietsenrekken en daarmee expres minder ruimte voor auto’s. ‘Dat waren toen allemaal nog geen vereisten’, zegt Rietdijk. ‘Tegenwoordig is het beleid vanuit de gemeente al veel scherper.’

Gezamenlijk slim ontwerpen

Maar het duurzaamste aan The Pavilion is volgens Rietdijk niet de technologie, maar de manier van samenwerken. ‘Als je als nutsbedrijf, ontwikkelaars en gemeente zo kunt samenwerken, bouw je een duurzame stad.’ Dekker knikt. ‘Door samen slim te ontwerpen en optimaal gebruik te maken van de ruimte, ben je per definitie duurzaam bezig: minder materiaal, minder afval.’ Rietdijk: ‘En een mooiere openbare ruimte. Veel bewoners weten waarschijnlijk niet eens dat in The Pavilion een schakelhuis zit.’

Geef uw mening