skip to main content
Van bewonerswensen tot schetsen voor straatinrichting

Het was ook nog eens burendag, dus des te meer reden om elkaar te leren kennen. Zo’n vijftig bewoners van de straten tussen de Gustav Mahlerlaan en de George Gershwinlaan bleken dat ook te vinden. Ze wonen in de directe omgeving van de Benjamin Brittenstraat, de Peter Schatstraat en de Leonard Bernsteinstraat. Online hadden ze al heel wat uitgewisseld, samen met nog eens 150 buren. Maar van een fysieke ontmoeting was het nog niet gekomen.

Drie wensen

Daar was wel alle reden voor. Via een app (de OppApp) is sinds april 2018 een gesprek gaande over de inrichting van de openbare ruimte: wat willen bewoners dat er buiten in hun straat komt? Natuurlijk waren de meningen niet eensluidend, maar in grote lijnen leverden de gesprekken drie wensen op: ruimte voor groen, ruimte om elkaar te ontmoeten en ruimte om te spelen. Onze ontwerpers Joost en Marja gingen ermee aan de slag en legden hun eerste schetsen op 22 september voor aan de bewoners: was dit wat ze bedoelden?

In elkaar verplaatsen

‘Na de gesprekken via de app was het nu tijd om elkaar echt te ontmoeten’, zegt Maarten van Ettekoven, omgevingsmanager van Zuidas. ‘De bewoners kenden elkaar tot dusverre alleen via de app-gesprekken en ze kenden ons niet. Daar is nu verandering in gekomen.’ Volgens Van Ettekoven is het belangrijkste resultaat van de dialoog via de app dat bewoners zich beter in elkaars opvattingen kunnen verplaatsen. ‘Aanvankelijk was er bijvoorbeeld een duidelijke tegenstelling tussen voor- en tegenstanders van een speelplek in een van de straten. Er waren mensen voor wie dat een must was en er waren mensen die er niet aan moesten denken. Tijdens de bijeenkomst merkten we dat vrijwel iedereen vindt dat kinderen een speelgelegenheid moeten hebben in de buurt. Bewoners hebben dus begrip gekregen voor elkaars standpunten. Dat is natuurlijk prachtig, ondanks dat er nog wel meningsverschillen zijn over de vraag welk straatje daarvoor het meest in aanmerking komt: men vreest voor bijvoorbeeld geluidsoverlast door spelende kinderen.’

Tuinieren

Tijdens de bijeenkomst ontstond nog wel een discussie over het idee om in een van de straten een kas neer te zetten. ‘Het was echt een stevig gesprek, niet tussen bewoners en gemeente, maar tussen buurtgenoten onderling. Je zag bovendien dat de dialoog in de app ook hier goed zijn werk had gedaan. De suggestie van een kas was wel gedaan: samen tuinieren en elkaar zo ontmoeten. Tijdens die dialoog bleek al dat er wel draagvlak was voor elkaar ontmoeten, maar niet voor samen tuinieren.’ De ontwerpers presenteerden hun eerste schetsen tijdens de bijeenkomst en via YouTube.

Bekijk de video’s op YouTube

Houten toren

De schetsen zijn gebaseerd op de wensen die via de app naar voren kwamen. Joost en Marja hadden die vertaald naar een straat met ruimte voor groen en een zitje en een straat met speelelementen. Voor de derde straat hadden ze ‘elkaar ontmoeten’ vertaald naar een vrij hoge houten toren bedacht, met een kleine tribune. Van Ettekoven: ‘Je merkte dat de aanwezigen deze laatste uitwerking niet helemaal begrepen. Ik denk dat Joost en Marja hier het meest opvallend hebben geprobeerd hun visie als landschapsarchitecten te combineren met de wensen van de bewoners. Zij zien straks een hele mooie zichtlijn ontstaan, wanneer onder het spoor de extra passage ligt waaraan nu door Zuidasdok wordt gebouwd. Deze Brittenpassage zal een belangrijke verbinding zijn tussen de noord- en de zuidkant van Zuidas en een prachtige entree naar de Benjamin Brittenstraat. Dat rechtvaardigt in hun optiek een hoogte-element. Of deze gedachte standhoudt, is nu de vraag. Sommige bewoners vonden het mooi, anderen vonden het niet passen in de buurt.’

Locatie speelplek

Hoe nu verder? ‘Het belangrijkste punt is de locatie van de speelbak’, zegt Van Ettekoven. ‘Via de app gaan we bewoners vragen wat ze willen: dat de gemeente het bepaalt, dat de meeste stemmen gelden of dat de locatie van de bak door loting wordt bepaald.’ Die peiling en het ontwerp van de bakken moet om praktische redenen snel worden afgerond: groen planten kan het beste vanaf november tot maart. Verder moeten de beheerders van de openbare ruimte nog beoordelen of de wensen ook te onderhouden zijn. Het onderhoud van de openbare ruimte doet Zuidas niet zelf, maar de afdeling Verkeer en Openbare Ruimte van de gemeente. Wanneer die zeggen dat het kan, moet er vervolgens ook nog een aannemer beschikbaar zijn die de ruimte gaat inrichten. En aannemers kampen allemaal met personele schaarste. ‘Maar we zijn hoopvol gestemd’, zegt Van Ettekoven. ‘En het mooiste is natuurlijk dat er iets komt waarbij wij onze deskundigheid hebben ingezet om te realiseren wat bewoners willen.’

Geef uw mening

Kris

Op dit moment wordt in de app gestemd welke bak welke bestemming moet krijgen. Zo te zien wil niemand de speelfunctie naast hun eigen gebouw. Moeten de stemmen van de bewoners die het dichtst op de bakken wonen meer gewicht hebben? Houdt naast de stemmen aub ook rekening met de verkeerssituatie.. We willen waarschijnlijk dat de plek waar de kinderen spelen het rustigst is qua verkeer?

Kim | Amsterdam Zuidas

@Kris Uit een van de eerste dialogen is gebleken dat we enkel in gesprek zijn met direct omwonenden van de bakken; slechts 3% gaf aan niet direct rondom een bak te wonen. Over de verkeersveiligheid: We houden zeker rekening met de verkeerssituaties. De verkeersdrukte is bij alle bakken ongeveer gelijk. Daarnaast krijgt elke functie ook een soort 'groene haag' (afhankelijk van het definitieve ontwerp) dat overstekende kinderen zal belemmeren. Het blijft nog even spannend welke bak de speelfunctie zal krijgen!

Annelies Hes

Onbegrijpelijk dat gevreesd wordt voor ‘geluidsoverlast’ van spelende kinderen. Kinderen horen te spelen. En vooral buiten te spelen. Daar hoort geluid bij. Mn hart krimpt als ik iemand hoor zeggen dat een spelend kind voor overlast van geluid zorgt. Niets mooiers dan spelende kinderen. Puur en natuurlijk. Geluidsoverlast ervaar ik van een amsterdam dance event in de RAI met de hele nacht bonkende ‘muziek’. Dat is pas onnatuurlijk.