skip to main content
Hoogspanningsstation Zorgvlied, het lichtknopje van Zuidas

Hoogspanningsstation Zorgvlied mag je pas binnen als je toestemming hebt van netbeheerder Liander. En als je je vermomming aan hebt: zware leren schoenen, een geel hesje en een veiligheidshelm. Dat is nog maar het begin van alle veiligheidsmaatregelen in dit hooggespannen stukje Zuidas. Eenmaal binnen blijkt er eigenlijk vrij weinig te beleven in de kamer waar bijna alle stroom van Zuidas vandaan komt. Een paar aan elkaar gekoppelde grijze kasten staan stil tussen betonnen muren en stalen trappen. ‘Hier komt de stroom van TenneT binnen’, zegt operationeel beheerder Paul Jansen. Hij geeft samen met collega Huub Hendriks, relatiemanager bij Liander, een rondleiding door Zorgvlied. In dit hoogspanningsonderstation brengt Liander stroom van 150.000 Volt terug naar 10.000 Volt om het vervolgens Zuidas in te sturen. De 150.000 Volt is afkomstig uit de hoogspanningskabels die je kent uit de weilanden. ‘Dat komt hier uit de grond uit de grond’, zegt Jansen.

Hoogspanningsstation Zorgvlied, daarachter hotel Van der Valk in aanbouw

Infrastructureel huzarenstukje

Alles wat hier gebeurt wordt goed in de gaten gehouden. De apparatuur is vergrendeld met codes, waardoor beveiligers elders weten dat het goed zit. Jansen: ‘Als hier iets gebeurt zonder code, beginnen ze meteen te rijden.’ Midden tussen de kantoren en wegen is het stroomstation zo compact mogelijk gebouwd. Vanwege de weinige ruimte in Zuidas tellen de gebouwtjes hier meerdere verdiepingen en staat de apparatuur dicht op elkaar, dankzij lagen isolatiegas rondom de leidingen. Hendriks noemt het een ‘infrastructureel huzarenstukje’. De ruimte die deze apparatuur nodig heeft is moeilijk voor te stellen. De aan- en uitknoppen van de kasten die hier de stroom in ontvangst nemen, passen bijvoorbeeld niet in dezelfde kamer. Die staan in de ruimte ernaast. Als we die via een stalen trap binnenlopen, zien we weer allerlei kasten staan tussen grijs beton. ‘Dit zijn de schakelaars, of de aansturing’, zegt Jansen. ‘Net als een lichtknopje eigenlijk’, hij knipt ter illustratie het licht aan en uit. Pauls telefoon gaat. ‘Deze moet ik even nemen.’ Snel handelt hij een huishoudelijk telefoontje af. ‘Het had ook de Centrale kunnen zijn’, verontschuldigt hij zich. ‘Als ze gaan schakelen, moeten wij het gebouw uit.’ Hendriks’ ogen worden groot. ‘Dat geeft een behoorlijke klap, toch?’ Jansen knikt. ‘Daarom heb ik mijn telefoon bij me.’

Net als een auto

Schakelen gebeurt als er onderhoud moet worden gepleegd. Op afstand schakelen mensen in het hoofdgebouw van Liander dan een deel van de stroom in dit station uit. Daarna kunnen de monteurs aan de slag. Dat gebeurt regelmatig, vertelt Jansen. ‘Die apparatuur hier is net een auto, met veel mechaniek en olie.’ Het is dan ook maar goed dat er drie verschillende stroomkabels binnenkomen. Als er tijdens het onderhoud aan de ene kabel een andere kabel uitvalt, kan Zuidas nog steeds door op de derde. Weer een ander grijs kamertje wordt ingenomen door een stapel accu’s. ‘Voor als de stroom uitvalt’, zegt Jansen bloedserieus. Acht uur lang kan hier dan de apparatuur – om uitgevallen stroom te beheren – toch nog worden bestuurd. Alleen heel soms is dat langer nodig en moeten er aggregaten worden ingevlogen. ‘Toen er een tijd geleden in de Betuwe een Apache-helikopter door een hoogspanningsleiding vloog, bijvoorbeeld’, zegt Jansen. We lopen verder. Bij elke deur die Jansen opent, blijft hij even staan. ‘Ik ruik en luister altijd even of alles in orde is voor we naar binnengaan’, zegt hij. Hij doet dat automatisch. Net als het dubbelchecken wanneer hij met een collega rondloopt. ‘Als hier twee mensen naar buiten komen zie je ze vaak allebei achter elkaar de deur dichttrekken.’

Gekleurde hangslotjes

Medewerkers hier beveiligen zichzelf en elkaar bovendien met kleine hangsloten en papieren waarschuwingsbordjes – ‘verboden te schakelen!’. Halverwege de trap hangt een bord vol van die bordjes en hangslotjes met verschillende kleuren stickers. Daarmee vergrendelen onderhoudsmedewerkers de knoppen van een apparaat, als ze ermee bezig zijn. Elke kleur sticker geeft een andere rang aan. Jansen kan als hoogste in de hiërarchie alle slotjes openmaken of juist vastzetten. En dan zijn er natuurlijk nog de bekende vormen van beveiliging. We lopen weer naar buiten, via de hekken rondom het station. ‘Die staan er tegen mensen met minder goede bedoelingen, zoals koperdieven’, zegt Hendriks. Een laatste vorm van beveiliging van het station is even onbekend als onzichtbaar. ‘Cybersecurity’, zegt Hendriks. ‘Liander wordt steeds meer een IT-bedrijf.’

Geef uw mening