skip to main content
De Europahal, toonvoorbeeld van het Nieuwe Bouwen

Het is 6 november 1958 als vele tientallen Amsterdammers zich verzamelen tussen een heimachine en een muziekkoepel op een braakliggend terrein ten zuiden van de Scheldestraat. Het Wilhelmus klinkt en saluutschoten worden gelost, terwijl burgemeester Gijsbert van Hall en voorzitter Egon Eriksson van de Vereniging Rijwiel en Automobiel Industrie de eerste paal voor het nieuwe RAI-gebouw slaan. Een tentoonstellings- en congreslocatie aan de rand van de stad, die sinds juli van dat jaar niet meer het Westerscheldeplein maar het Europaplein heet. Een grootse naam voor een kale vlakte waar veel om te doen is geweest.

Burgemeester Van Hall en RAI-voorzitter Eriksson bij het slaan van de eerste paal in 1959

Alexander Bodon

In 1950, acht jaar eerder, speelt de RAI Vereniging al met het idee voor een grotere locatie. Nadat het eerder het Paleis voor Volksvlijt was ontgroeid is nu ook de ‘Oude RAI’, op de plek waar nu het Okura Hotel staat, te klein voor de groeiende stroom evenementen. In de zoektocht naar een nieuwe locatie kijkt men naar de zuidrand van de stad, die beter bereikbaar is, dichter bij Schiphol ligt en vooral ook meer parkeergelegenheid kan bieden. Op advies van de Bond van Nederlandse Architecten worden ondertussen drie potentiële ontwerpers benaderd. Een daarvan is Alexander Bodon, die open kaart speelt in zijn voorstel: ‘Mijn bouwervaring als zelfstandig architect is gering, maar ik heb tentoonstellingen ingericht in Utrecht, Amsterdam, Rijssel, Parijs, Wenen enzovoort; ik ken de fouten van deze gebouwen en ik verzeker u deze fouten in uw gebouw niet te zullen maken.’ Bodons ervaring met het inrichten van tentoonstellingen is kennelijk van dusdanige waarde dat hij de opdracht krijgt. Het is de eerste van velen voor de RAI, waar hij verantwoordelijk zal zijn voor alle uitbreidingen tot zijn overlijden in 1993. Een mooi palmares, dat begon met een valse start.

De Europahal in aanbouw in 1959

Bouwstop

Want hoewel er al in 1951 een maquette is waarin Bodon zijn plan laat zien voor ‘een licht en transparant gebouw, waar je binnenin kunt zien wat voor weer het is’, en er in 1953 al tekeningen zijn voor het gebouw aan het Westerscheldeplein, duurt het nog jaren tot het slaan van die eerste paal. De kosten voor het complex lopen in de vele miljoenen guldens. Een budget dat de vereniging niet heeft, dus zoekt het toenadering tot de gemeente. Die ziet op haar beurt hoe in 1950 Ahoy opende in Rotterdam en in Utrecht plannen werden uitgerold voor het Jaarbeursterrein. De economische meerwaarde van een grote congreslocatie in de stad wordt steeds beter zichtbaar, dus gaat de gemeente graag met de RAI in zee. Die samenwerking zorgt echter voor de nodige vertraging. Er ontstaat onenigheid over de verdeling tussen tentoonstellings- en congresruimtes en later ook over de financiële constructie. Als klap op de vuurpijl volgt de Bouwstop van 1955. Het Rijk geeft dan voorrang aan woningbouw en de vergunning voor de RAI wordt in eerste instantie zelfs geweigerd. De bestemming van het Europaplein lijkt zo in een cirkel te bewegen. Van woningen in het Plan Zuid van Berlage, via een congreslocatie in het Algemeen Uitbreidingsplan, naar onduidelijkheid in de jaren vijftig.

Het Signaal in 1970

Nieuwe Bouwen

Maar na aanpassingen – uitstel van de bouw en het schrappen van de geplande parkeergarage – wordt de vergunning voor het RAI-complex toch verleend. Gemeente en RAI bereiken overeenstemming over de opzet en er ontstaat een verdeling van aandelen: 75 procent voor de RAI, 25 voor de gemeente. Na jaren gesteggel worden het gras en riet ten zuiden van de Rivierenbuurt eind jaren vijftig eindelijk ingenomen door het beton, staal en glas van de steeds verder uitdijende onderdelen van het RAI-complex. Kers op de taart is de Europahal, een 195 meter lange, 67,50 meter brede en 16,50 meter hoge ruimte met een kolommenvrije oppervlakte van 13.200 m². Een plek waarin Alexander Bodon probeert om de mogelijkheden van de moderne tijd in te zetten om een lichte, transparante ruimte te maken. Een voorbeeld van het Nieuwe Bouwen, een stijl in de architectuur die grote indruk op hem maakte tijdens zijn stage: ‘Het was een totaal andere wereld. Gebouwen bestonden tot die tijd uit muren waarin raampjes gesneden waren en toen kwam die nieuwe architectuur die alles openbrak. De muur tussen binnen en buiten werd vervangen door glas, waardoor de ruimte niet ophield bij de muur.’

De Europahal 1981

Economisch optimisme

Het zijn ideeën die we ook terugzien bij andere monumenten in Zuidas, zoals de rechtbank van Ben Loerakker (die vier jaar lang op het bouwterrein van de RAI woonde en er werkte als chef tekenkamer en hoofd van het bouwbureau) en de Thomaskerk van Karel Sijmons. Het was een stijl die opkwam terwijl de stad uitdijde en die blijvende sporen heeft achtergelaten in een wijk die steeds moderner oogt. Het is vanwege die stijl, de imposante, lichte ruimte, maar ook vanwege het economisch optimisme in de jaren van de wederopbouw, dat de Europahal en de reclamezuil Het Signaal van Dick Elffers sinds 2015 de waardering van Rijksmonument hebben gekregen. Om die monumenten heen is de RAI blijven uitbreiden. Er kwamen nieuwe gebouwen bij en 2020 had het meest drukbezette jaar ooit moeten worden.

Het RAI-complex met het Elicium in 2020

Toekomstplan

Hoewel de vereniging een geschiedenis heeft van verhuizingen en de omliggende ruimte inmiddels volledig is volgebouwd, duiden de uitbreidingen en het vorig jaar opgeleverde Nhow hotel (in ontwerp geïnspireerd op Het Signaal) erop dat de RAI voorlopig nergens heen gaat. In een presentatie op 21 januari 2019 liet directeur Paul Riemens zelfs een impressie zien van hoe de omgeving van de RAI eruit kan komen te zien in de komende jaren. Een groener, meer met de buurt verbonden omgeving, die bovendien op de rustigste uren wordt aangevoerd vanuit een logistiek centrum aan de rand van de stad. Of en wanneer de saluutschoten en het Wilhelmus voor de bouw hiervan zal klinken, is echter voorlopig onbekend.

Dit is de derde aflevering in een serie over Rijks- en gemeentelijke monumenten in en rond Zuidas. De eerste aflevering ging over de Thomaskerk. De tweede over de oude rechtbank.

Auteur: Jort van Dijk

Geef uw mening

Onno

Wie een mooi beeld wil krijgen van de Europahal in de begintijd zou de Franse film 'Trafic' met monsieur Hulot (ja, die van de films 'Jour de Fete', 'Mon Oncle' en 'Les vacances de monsieur Hulot') moeten bekijken. Hierin reist de hoofdpersoon van Parijs naar de Auto-RAI in Amsterdam. Je ziet magnifieke beelden van de Europahal. Zie ook de foto's uit de film op deze pagina: https://www.imdb.com/title/tt0069400/mediaindex?page=2&ref_=ttmi_mi_sm

Redactie

Wat een geweldige tip Onno, bedankt.

Tonny Claassen

Alexander Bodon had een grote passie voor technische vernieuwingen. Zijn passie voor technische vernieuwing kwam tot uiting in de enorme overspanning van de Europahal van het Amsterdamse RAI-complex van liefst 67,5 meter. Alle technische mogelijkheden van de moderne tijd moesten benut worden met de auto- en vliegtuigindustrie als voorbeelden. Lees verder over A. Bodon in: Tonny Claassen: A. Bodon (1906-1993) Lichtheid en transparantie- architectuur als dienend ambacht. BONAS, 2001

Bert Bus

Een gebouw dat zijn tijd ver vooruit was. Maar ook een tikje pretentieus voor die tijd:de dakramen zitten er nog niet in,maar de RAI-letters staan er al op!!