Buiten zijn de eerste schermutselingen inmiddels wel zichtbaar. De minst fraaie zijn ongetwijfeld de boomstompjes die in het talud van de A10, bij de Arnold Schönberglaan, zijn achtergebleven. De bomen zelf werden eind februari gekapt. Ook bij het kantoor van EY verdwenen bomen. Op deze plekken komen twee werkterreinen. In totaal worden voor het hele werkgebied van Zuidasdok (met een lengte van 6 kilometer) 14.400 bomen gekapt. Daar komt later hoogwaardig groen voor terug.
Onderzoeken en meten
Ook de komende maanden vinden buiten verschillende werkzaamheden plaats. Er komt een onderzoek om de conditie, samenstelling en eventuele verontreiniging van de bodem te kunnen bepalen. Verder vindt een proef plaats die een manier moet opleveren om damwanden in de grond aan te brengen met de minste overlast voor de omgeving. Verder voorzien we een aantal gebouwen nabij het werkgebied van Zuidasdok nu al van meetapparatuur om de ‘natuurlijke beweging’ van het gebouw in kaart te brengen. Als we dit weten, kunnen we beter voorspellen hoe de gebouwen zich zullen gedragen tijdens de werkzaamheden.
Beheerst proces
Maar het meeste werk is gaande in de kantoren van de projectorganisatie Zuidasdok – de opdrachtgever – en van de bouwcombinatie ZuidPlus in Amstelveen die het project gaat realiseren. ‘Alles is erop gericht om het werk heel precies voor te bereiden. De uitvoering kan pas beginnen wanneer we weten dat we het project beheerst kunnen uitvoeren’, zegt Hans Versteegen, projectdirecteur van Zuidasdok. ‘We maken voor Zuidasdok dankbaar gebruik van kennis die in andere grote infraprojecten is opgedaan: bezint eer ge begint. Voordat echt de schop de grond in gaat in een dichtbevolkt gebied als Zuidas, is het belangrijk alle effecten, raakvlakken en risico’s van een bepaalde oplossing, ontwerpkeuze of werkmethode in beeld te hebben gebracht. Daarom is voor Zuidasdok deze voorbereidingsfase van cruciaal belang.’
Knelpunten signaleren
Die aanpak lijkt te werken. Nog voordat iemand er last van heeft, zijn enkele knelpunten aan het licht gekomen. ‘Dankzij die tijdige signalering voorkomen we dat we moeten gaan improviseren tijdens de bouw’, zegt Versteegen. ‘We willen tijdens de bouw geen verrassingen. Niet voor de omgeving en niet voor onszelf, niet financieel en niet in de planning. Hoe meer mogelijke knelpunten we al in de voorbereiding signaleren, hoe groter de kans op een beheerst bouwproces. We nemen vooraf zoveel mogelijk onzekerheden weg.’
Om wat voor knelpunten gaat het? Versteegen noemt enkele voorbeelden. ‘De technische installatie die het huidige station bedient, moet tijdens de verbouwing elders een plek krijgen. Daar is meer ruimte voor nodig dan aanvankelijk gedacht. Dat is even puzzelen.’ Ook blijkt de situatie buiten soms net iets anders dan wat op tekeningen en kaarten staat. ‘De verschillen die daar uitkomen, betekenen dus even opnieuw passen en meten. Dit gebeurt bij ieder groot infrastructuurproject, maar hier is de fysieke ruimte wel erg krap. Dan het is heel prettig dat we dit nu al hebben gesignaleerd en kunnen ondervangen.’
"De uitvoering kan pas beginnen wanneer we weten dat we het project beheerst kunnen uitvoeren"
Hans Versteegen, directeur Zuidasdok,
Aanpassing ontwerp Zuidasdok
Een tweede kwestie is het besluit dat het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, de Vervoerregio en de gemeente Amsterdam eind 2017 namen, om enkele aanpassingen te doen in het ontwerp van Zuidasdok. Dit met het oog op de mogelijke aanleg van een vijfde en zesde spoor en een derde perron. Aannemer ZuidPlus was na de gunning van het project in februari 2017 begonnen met de nadere uitwerking. Eind 2017 kwamen er dus enkele aanpassingen. Zoals het verzwaren van de fundering in voorbereiding op de mogelijke komst van een 5e en 6e spoor, de realisatie van extra commerciële voorzieningen aan de zuidzijde van het station, het inpandig maken en uitbreiden van een van de fietsenstallingen en het realiseren van een waterberging bij het station.
Gedetailleerde planuitwerking
De knelpunten en de wijziging van de reikwijdte (de ‘scope’) van het project hebben consequenties voor de uitwerking van de plannen: daar is meer tijd voor nodig. De gedetailleerde planuitwerking komt niet in mei, maar eind dit jaar. Maar dat betekent niet dat het tot die tijd stil blijft. Versteegen: ‘Een aantal onderdelen van het project blijft onveranderd en ik verwacht dat we daar rond de zomer een planning van hebben. Dan laten we weten wat er dit jaar nog gaat gebeuren en wat we in 2019 gaan doen. Geen verrassingen voor de omgeving dus.’ Voor de totale duur van het project – dat in 2028 moet zijn voltooid – heeft dit alles geen consequenties. ‘Ik denk dat we met deze aanpak het risico op vertragingen en financiële overschrijdingen juist verkleinen.’
Artikel delen:
Geef uw mening