skip to main content
David van Traa: ‘Je kunt niet zonder verbeelding’

Van Traa treedt per 1 april aan als vicevoorzitter van het College van Bestuur van de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten. Maar zijn manier van praten verraadt dat hij nog niet klaar is met gebiedsontwikkeling in het algemeen en met Zuidas in het bijzonder. ‘Ik kan alle ontwikkelingen nog niet aanhoren zonder er sterke gevoelens bij te hebben. Het begint gelijk te razen in mijn hoofd.’

Vestigingsfactor talent

Voordat hij directeur werd, werkte Van Traa al zes jaar in Zuidas, als directeur van het Expatcenter (nu IN Amsterdam). ‘Nogal wat mensen hebben een mening over Zuidas zonder er zelf ooit te zijn geweest. Ik werkte er en had dus wel een beeld van de wijk voordat ik er gemeentelijk directeur van werd.’ Daar kwam bij dat hij door zijn voorganger, Klaas de Boer, werd gevraagd om mee te denken over een nieuwe visie Zuidas (die in 2016 het licht zag). ‘In die stuurgroep ben ik echt begeesterd geraakt. In het Expatcenter was het besef doorgedrongen dat een belangrijke vestigingsfactor voor bedrijven lange tijd over het hoofd was gezien, namelijk talent. Iedereen dacht altijd aan drie factoren: Schiphol, het belastingklimaat en een hoog opgeleide beroepsbevolking. Maar we kregen in de gaten dat gerenommeerde bedrijven een andere factor zwaar lieten meewegen om zich in Amsterdam te vestigen: de infrastructuur waarin talent tot ontplooiing komt. Dan moet je denken aan de fiets, het culturele aanbod, leefbaarheid, parken, kroegjes. Die lijn werd belangrijk in de stuurgroep die zich over de nieuwe visie Zuidas boog. Toen ik begin 2017 directeur Zuidas werd, voelde ik me dus al mede-eigenaar van de nieuwe visie. En mocht ik er zelf handen en voeten aan geven.’

Gewaagde combinaties

Wat veranderde er de afgelopen zes jaar? Van Traa: ‘Ik denk dat vooral de accenten anders zijn komen te liggen. Natuurlijk is het uitgeven van kavels goed voor de kas – en dus voor de stad. Maar uiteindelijk draait Amsterdam om mensen en hun enorme verscheidenheid. Voor Zuidas betekende dat vooral een breder besef van ‘stad maken’. Minder steriel, meer diversiteit. Gaandeweg ontdekten we ook dat ontwikkelaars die beweging graag mee maken. Tot onze verrassing bleek het bijvoorbeeld mogelijk om een gewaagde combinatie in de markt te zetten van 24-uursopvang en een kantoor. Ontwikkelaars zijn goed aan te spreken op hun maatschappelijke verantwoordelijkheid. Een mooi voorbeeld is ook Crossover in de buurt Kop Zuidas, een combinatie van kantoor én sociale huurwoningen, voor studenten en statushouders.’

Van Traa: 'Ontwikkelaars zijn goed aan te spreken op hun maatschappelijke verantwoordelijkheid'

Zuidasdok

Niet mee zat het met de voortgang van Zuidasdok – een project van Rijkswaterstaat, ProRail en de gemeente Amsterdam, dat de vernieuwing van station Amsterdam Zuid en de verbreding en ondertunneling van A10 Zuid behelst. Door verschillende oorzaken is dit project aanzienlijk minder ver dan de planning bij aantreden van Van Traa beloofde. Heeft de vertraging de ontwikkeling van Zuidas gehinderd? ‘Nee’, zegt hij resoluut. ‘Zo zit de wereld van ontwikkelaars niet in elkaar. Ze denken op de lange termijn en kijken dus niet op een paar jaar vertraging. Dat hebben we ook gezien ten tijde van de financiële crisis, in en na de coronaperiode: ze zijn blijven geloven in het gebied. Dat geloof is in belangrijke mate juist te danken aan Zuidasdok. Een openbaar vervoer terminal in het hart van de wijk, met treinverbindingen naar binnen- en buitenland, daar zien ontwikkelaars enorme potentie in, ook al duurt het nog een aantal jaren.’

Vormgeven aan de toekomst

Tegelijkertijd, zo stelt Van Traa, gebiedt de eerlijkheid te zeggen dat Zuidas nog niet de levendige stadswijk is waarvan hij droomt. ‘Maar ik twijfel er niet aan dat dat wel gaat gebeuren. Ik ben er zelf van overtuigd dat de woeste stad vanzelf een keer binnendrijft. Maar het blijft een samenspel tussen de tekentafel en autonome ontwikkelingen. Het vak van gebiedsontwikkeling is nadenken over de toekomst en je voortdurend afvragen welke rol je speelt in het vormgeven van de toekomst. Het gaat dan denk ik niet eens zozeer over maakbaarheid, maar over idealisme en dromen over de toekomst. Je kunt niet zonder fantasie, anders ben je alleen maar bezig met voorwaarden scheppen. Het was een voorrecht om met zulke vakmensen te mogen bijdragen aan die onbekende toekomst. Ook al zijn het uiteindelijk de bewoners die er over pakweg tien jaar voor hebben gezorgd dat het straatbeeld in Zuidas echt is veranderd.’

Kleinere middenstanders

Bij meer en een grotere diversiteit aan bewoners hoort ook een completer aanbod van voorzieningen. Moet de gemeentelijke Zuidas-organisatie niet meer sturen op wat er in de plinten (de begane grond van gebouwen) gebeurt? ‘Ik vind dat we daar tot dusverre wel wat hebben laten liggen inderdaad’, zegt Van Traa. ‘Niet alleen in partijen bij elkaar brengen als een plint beschikbaar komt, maar al in een eerder stadium: het mogelijk maken dat ook kleinere middenstanders het aandurven. Nu zijn de vloeroppervlakken eigenlijk te groot voor hen. In plaats van één grote ruimte onderaan een gebouw zou tien kleintjes beter zijn. Want als je 50 vierkante meter huurt, dan kun je gemakkelijker het risico nemen en krijgt de wijk er een geheel ander type ondernemers bij. Maar het gaat dieper dan dat. Er gaapt een – vooral juridische – kloof tussen een commerciële en een maatschappelijke voorziening. Op dit moment telt bijvoorbeeld een huisartsenpost niet als maatschappelijke voorziening. Die moet dus een commerciële grondprijs betalen. Dat vind ik absurd. Ik zou nog wel verder willen gaan: een boekwinkel, is dat een commerciële voorziening? Ik vind van niet, als je kijkt naar de lage rendementen en de enorme waarde voor de sociale samenhang in een buurt. En dan hebben we het nog niet eens over allerlei ongelooflijk spannende mixen tussen commercieel en maatschappelijk die je overal ziet ontstaan. Diezelfde boekhandel waar je ook een wijntje kunt drinken. Of een horecagelegenheid waar ook theater gemaakt wordt. Daar zijn we nog onvoldoende op ingesteld.’

Van Traa: 'Een boekwinkel, is dat een commerciële voorziening? Ik vind van niet'

Voorrecht

Van Traa vertrekt nu naar de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten. Waarvoor komt hij terug? ‘Natuurlijk voor het museum in de voormalige rechtbank aan de Parnassusweg. Dat gaat echt iets héél bijzonders worden. Een maakplaats en een broedplaats, met 30 slaapplaatsen voor kunstenaars, curatoren, onderzoekers. Waar mensen niet voor hoeven te betalen. Dat wordt een centrum dat echt impact zal hebben op het artistieke klimaat in de stad. Als het twintig, dertig jaar bestaat, dan zal blijken dat nogal wat grote kunstenaars elkaar daar hebben ontmoet. En waar ik ook echt enorm naar uitkijk, is de buurt Kenniskwartier, waar we samen met de VU werken aan een opwindende mix van wetenschap, bedrijvigheid en levendigheid. Als daar straks 2.700 woningen staan en studenten er rondlopen alsof het de normaalste zaak van de wereld is, dan zal ik terugdenken aan het enorme voorrecht van dit werk te hebben mogen doen.’

Geef uw mening

Fietje

Hetzou goed zijn voor de levendigheid en de scholieren als bus 65 en lijn 24 doorgetrokken worden langs het gelderland plein het gebied van de zuidas in.