skip to main content
Nieuwe rechtbank houdt zich aan de regels

‘Bouwactiviteiten zorgen voor hinder. Dat dat ga ik niet mooier maken dan het is. Maar wij hechten wel waarde aan een goede relatie met onze omgeving. Zo hebben wij bij omliggende gebouwen een bouwkundige opname gedaan, zodat wij kunnen monitoren of er schade ontstaat. Mocht er tijdens de bouw inderdaad schade ontstaan dan geven wij gewoon thuis. Je begrijpt, als je een rechtbank bouwt, wil je het echt wel netjes doen. Volgens de regels. Wij willen elkaar natuurlijk niet tegenkomen in de zittingszalen in ons nieuwe rechtbank.’

Jullie schrijven op jullie website dat jullie je als gasten gedragen. Een gast neemt soms ook wat mee voor zijn of haar gastheer, wat nemen jullie mee?

‘Behalve bouwkranen, mannen en vrouwen met bouwhelmen nemen wij ook andere dingen mee voor de omgeving. Zo hebben wij laatst bij de start van de werkzaamheden een ‘snertmomentje’ gehad. Wij hadden betrokken bewoners uitgenodigd bij ons op de bouwplaats. Helaas waren er nu nog niet zoveel mensen op afgekomen, maar we blijven de omgeving informeren dus dat soort momenten zullen er vaker komen.’

En nu dan echt aan de slag, van welke bouwactiviteiten merken wij de komende tijd iets van?

‘De komende maanden slopen en demonteren wij het bestaande gebouw. Gelijktijdig brengen we de damwanden aan (om de bouwkuip te maken). Damwanden proberen wij zoveel mogelijk te drukken, dit om overlast te beperken. Er is helaas weinig ruimte dus we voeren de werkzaamheden direct naast het bestaande voet- en fiets uit. Daarom leiden wij tijdens deze werkzaamheden in februari, maart en april het voet- en fietspad aan de Parnassusweg om over de weg.’

Wat is er anders aan de nieuwe rechtbank in vergelijking met het gebouw wat er nu – nog even – staat?

‘De nieuwe huisvesting voldeed niet meer aan de eisen van de tijd. Zo is het binnenklimaat niet meer goed voor de mensen die er werken. Renovatie van het oude gebouw was daarom geen oplossing. Slechts een deel van de huidige rechtbank, dat is aangewezen als gemeentelijk monument, blijf behouden.’