skip to main content
The Pulse razendsnel op hoogte dankzij prefab

Wie regelmatig over de A10 Zuid rijdt, kan het niet ontgaan zijn dat een nieuw bouwwerk het blikveld domineert. Sinds augustus 2021 bouwt aannemer VORM Bouw hier aan het multifunctionele complex The Pulse of Amsterdam – het eerste jaar nog redelijk onzichtbaar, met de aanleg van een bouwkuip en de fundering als focus. Zodra de eerste verdiepingen van het complex eenmaal stonden, leek het of er per week een laag bovenop kwam. ‘Dat klopt wel zo’n beetje’, lacht projectleider Joachim Raap, terwijl we samen in de bouwlift naar de 24e verdieping van de kantoortoren tuffen. ‘Het verbinden van de twee torens met het lagere middendeel was een uitdaging, dus dat besloeg meer tijd. Toen dat eenmaal stond konden we de hoogte in, en kwam er om de acht dagen een verdieping bij.’

Links de woontoren, rechts een stukje van de kantoortoren
Het ochtendgloren weerkaatst op de kantoortoren
In de bouwlift naar verdieping 24

Dilatatievoegen

De woon- en kantoortoren van The Pulse of Amsterdam zijn via een lager bouwdeel van 9 verdiepingen met elkaar verbonden. In dat middendeel komen onder andere voorzieningen als een bioscoop en horeca, terwijl hier bovenop een heus stadsbos verrijst. ‘Die drie delen van het gebouw moeten op elkaar aansluiten, maar ook los van elkaar kunnen bewegen. Daar zit de uitdaging’, vertelt Raap. ‘Het klinkt misschien gek, maar beton moet een beetje kunnen bewegen omdat het anders scheurt. Om die beweging mogelijk te maken, brachten we tussen de gebouwen een speciale voeg aan, een zogenaamde dilatatievoeg. Die is onder andere gevuld met wapening. Ook zijn de bouwdelen via deuvels – een soort pinnen – met elkaar verbonden. De precieze berekening en uitvoering van zo’n constructie luistert nauw.’

Hijsogen vormen verankeringselement

Het is even peentjes zweten in de bouwlift, maar eenmaal bovenop de kantoortoren worden we getrakteerd op een waanzinnig 360-gradenuitzicht over Amsterdam. Deze toren bereikte begin september zijn hoogste punt van 95 meter, en inmiddels is ook het dak hier al waterdicht gemaakt. ‘Dat we hier zo snel de hoogte in konden, komt door de prefab gevelelementen, die heel makkelijk aan te brengen zijn’, zegt Raap wanneer hij een stukje over de veiligheidsleuning buigt om de bovenkant van zo’n element aan te wijzen. De joekels van 3,60 bij 3,60 meter zijn gemaakt van biocomposiet, een samengesteld materiaal waarin onder andere petflessen zijn verwerkt. In het midden van ieder element zit een groot raam. ‘Je hijst ze zo omhoog aan de hijsogen. Die vormen vervolgens de verankering voor het gevelelement dat erbovenop komt. De gevel van deze toren is dan ook al bijna klaar. In totaal schat ik dat er zo’n duizend elementen op het gebouw zitten, ieder met twee zonnepanelen bovenop.’

Bovenverdieping van 7 meter

De laatste verdieping van de woontoren wijkt af van de onderliggende verdiepingen en is nogal complex om te bouwen. Die bovenste woonlaag zijn er eigenlijk twee in één, legt Raap uit. ‘De plafonds van de  onderliggende verdiepingen zijn 3.30 meter hoog, maar die van de bovenste verdieping zijn dus zo’n 7 meter hoog.’ Tot nu toe kon de aannemer de plafonds ‘in het werk storten’, zoals dat heet. Dat betekent dat de bouwer een verdieping volzet met stempels, een soort buizen die tussen vloer en plafond drukken. Bovenop die stempels komen platen die de bekisting vormen voor de volgende verdieping, waarop wapening wordt gevlochten en de vloer wordt gestort. En zo door. Raap: ‘Maar omdat die bovenste verdieping zo hoog is, gaat dat niet. We bouwen daarvoor een tijdelijke ondersteuningsconstructie waarop een prefab betonnen breedplaatvloer wordt gelegd. Die bestaat uit betonplaten van 70 mm dik. Omdat we op flinke hoogte werken moeten we de steiger hiervoor extra verankeren, onder andere met schuine schoren.’

Vanachter het steigergaas zien we de contouren van de woongevel
Mockup (model op schaal) van de gevel van de woontoren

Minerale strips: nét echte bakstenen

Even later bevinden we ons op de steiger van de woontoren, die bezaaid ligt met stukjes bruinrode strips. ‘Bakstenen, dat zie je toch zo?’ glimlacht Raap. We werpen een verbaasde blik van de bruinrode strips – niet dikker dan een schoenzool – op de gevel, ogenschijnlijk bestaande uit op elkaar gemetselde bakstenen. Raap: ‘Optisch zijn deze minerale strips niet te onderscheiden van echte bakstenen, maar de productie ervan kost drie keer minder energie dan die van een klassieke gevel.’ Raap neemt ons mee naar een stuk waar we de verschillende lagen van de gevel goed kunnen zien. ‘Kijk: een hsb-element (houtskeletbouw, red.), dan een laag steenwol, vervolgens zie je een weefsellaag – een soort stuclaag met wapening – en vervolgens de lijm voor de minerale strips. De lijm heeft de kleur van voegen, dus zodra je de strips hebt opgeplakt ben je klaar. Maar vergis je niet – de gevel heeft de Amsterdamse School stijl, met veel randen en hoekjes. Het aanbrengen van de strips is precisiewerk.’

Rechts (grijs) een stukje weefsellaag, dan de lijm (lichtbruin) en daarbovenop de minerale strips (roodbruin).
Het plakken van de strips is precisiewerk

Planning
The Pulse of Amsterdam wordt ontwikkeld door VORM Ontwikkeling en EDGE. De komende tijd wordt de ruwbouw van de woontoren afgemaakt en gaat de aannemer verder met het aanbrengen van de gevel van minerale strips. Rondom de kantoortoren wordt de composietgevel gesloten. Binnen is de aannemer op verschillende verdiepingen – zowel in de woon- als kantoortoren – ook al begonnen met de afbouw. Over de gehele plint en de eerste verdieping wordt een vliesgevel aangebracht. Begin volgend jaar wordt naar verwachting het stadsbos bovenop het middendeel van The Pulse of Amsterdam aangeplant. De oplevering van het complex staat gepland voor eind 2024.

Geef uw mening